De afgelopen tijd heb ik het geregeld wandelingen in mijn eentje gemaakt. Iedere keer als ik er aan begon, vroeg ik mij af of ik er goed aan deed. En iedere keer als ik eindigde wist ik dat ik er goed aan had gedaan.
Even lekker niets doen leidt tot opvallende resultaten
Frappant is om te zien dat er steeds een zelfde lijn zit bij het maken van die wandelingen. In het begin merk ik bij mezelf dat ik een soort oventje ben dat al behoorlijk hard draait. Er liggen al veel kooltjes in het vuur, de vlammen kunnen want nauwelijks weg en zelf sta ik enthousiast er nog wat kooltjes bij te scheppen. Gedachten, zorgen, uitdagingen, leuke dingen, kortom van alles wat me bezighoudt.
Eerlijk gezegd word ik er behoorlijk onrustig van.
Zeker in het begin van zijn wandeling denk ik bij mezelf: wat doe ik hier? Waarom loop ik hier? Gaat het goed komen? En dan, als ik mezelf tot rust gemaand heb en ik een nieuw gebied betreed, bijvoorbeeld zonder bomen, uitgestrekt, of juist andere bomen, dan begint het helder te worden in mijn hoofd.
Wandelen verandert je perspectief
De problemen, gedachten, uitdagingen; kortom alles wat ik een half uurtje gelen geleden op mijn eigen vuurtje heb gegooid, begint een ander perspectief te krijgen. Vaak bieden oplossingen voor problemen zich als vanzelf aan. Krijg ik een inzicht dat ik voorheen niet had en zie ik eigenlijk meteen wat ik aan het doen ben of beter wat ik aan het doen was en hoe ik dit anders kan doen.
Laatst maakte ik een wandeling met een collega. Ik wilde een probleem met hem bespreken en hij opperde om een wandeling te gaan maken. Het werd een vrij lange stadswandeling door Amsterdam, en het grappige is dat we toen we bijna terug waren, en het eindpunt inzicht was, ik bij mezelf dacht: o jee dat probleem moet opgelost zijn binnen 5 minuten, want dan is de wandeling voorbij. Aan het einde van de wandeling kwamen wij in een keer tot de kern van het probleem en tot een oplossing.
Einde van je wandeling is oplossing van je probleem
Stephan, degene die met mij mee liep, moest er hard om lachen en vertelde mij dat bij iedere wandeling die hij maakte, dit gebeurde. Hoe lang of hoe kort de wandeling; met het eindpunt in zicht kwam hij altijd met zijn medewandelaar tot de kern van het probleem en meestal werd dit in de laatste meters opgelost.
Overigens, je komt jezelf ook wel tegen bij het wandelen. Zowel je goede als slechte eigenschappen komen naar boven. Zo kan ik er zelf bijzonder slecht tegen als er slechte bewegwijzering is. Ik word daar echt chagrijnig van. Naarstig ga ik op zoek naar de bordjes, een kaart, of nog beter: een app. Zou ik dan toch een freaking control freak zijn :-)?
Ik ga maar even op pad..
Ik denk dat ik er nog maar een wandelingetje aan moet wagen..